Een zwakke euro maakt dat de automobilisten niet kunnen profiteren van dalende olieprijzen.
De olieprijs is rap aan het dalen. Ondanks alle conflicten in het Midden-Oosten en Afrika, zijn een aantal getroffen olieproducerende landen er toch in geslaagd hun export flink op te voeren. In juni kostte een vat olie nog 115 dollar, maar dinsdagavond stond de teller op slechts 91,29 dollar per vat.
Productie OPEC overtreft vraag
Zo bleeft de Libische olieproductie na jaren weer een toptijd. “Libië heeft z’n productie enorm opgevoerd”, zegt Carsten Fritsch, analist van de Commerzbank, tegen Reuters. “En als je verder kijkt overtreft de productie van de OPEC (de Organisatie van Olie-Exporterende Landen, Z24) de verwachte vraag naar olie uit die landen voor 2015”.
De OPEC produceert ongeveer een derde van ’s werelds olie en vergadert in november. Naast Libië hebben ook Irak, Nigeria, Angola en Saoedi-Arabië hun productie opgevoerd. Daarmee ligt het aanbod op het hoogste niveau sinds november 2012. Door de geringe economische groei in China en Europa is er juist weinig vraag naar de olie, zegt een analist in Londen tegen Bloomberg.
Duur inkopen
Dus, goedkopere benzine aan de pomp? Daar ziet het niet naar uit. De benzineprijzen in Nederland zijn vrij stabiel. Euro95 benzine kostte maandag 1,72 euro per liter, een kleine daling vergeleken met de piek van 1,77 euro per liter eind juni.
De zwakke euro is een spelbreker. Vandaag nam de dollar weer flink in waarde toe, nadat zwakke inflatiecijfers uit de eurozone bekend werden. De dollar bereikte zijn hoogste punt tegenover de euro in twee jaar. En dat maakt het inkopen van olie in dollars duur voor Europese afnemers.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl